SV | En zij plunderden hem, en zij namen zijn hoofd en zijn wapenen, en zij zonden ze in der Filistijnen land rondom, om [dit] te boodschappen aan hun afgoden, en aan het volk. |
WLC | וַיַּ֨פְשִׁיטֻ֔הוּ וַיִּשְׂא֥וּ אֶת־רֹאשֹׁ֖ו וְאֶת־כֵּלָ֑יו וַיְשַׁלְּח֨וּ בְאֶֽרֶץ־פְלִשְׁתִּ֜ים סָבִ֗יב לְבַשֵּׂ֛ר אֶת־עֲצַבֵּיהֶ֖ם וְאֶת־הָעָֽם׃ |
Trans. | wayyafəšîṭuhû wayyiśə’û ’eṯ-rō’šwō wə’eṯ-kēlāyw wayəšalləḥû ḇə’ereṣ-fəlišətîm sāḇîḇ ləḇaśśēr ’eṯ-‘ăṣabêhem wə’eṯ-hā‘ām: |
En zij plunderden hem, en zij namen zijn hoofd en zijn wapenen, en zij zonden ze in der Filistijnen land rondom, om [dit] te boodschappen aan hun afgoden, en aan het volk.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij plunderden hem, en zij namen zijn hoofd en zijn wapenen, en zij zonden ze in der Filistijnen land rondom, om [dit] te boodschappen aan hun afgoden, en aan het volk.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!